Soms heb ik een onvrijwillige schrijfstop. Niet omdat ik het niet meer leuk vind om te schrijven, maar omdat ik te druk ben met andere dingen.
Zoals ik in mijn laatste blog: “Een kleine paplepel of de Gouden Gard” al vertelde, was ik op dat moment veel in de keuken te vinden om mijn dochter te helpen met de taart voor haar wedstrijd. Daarnaast bakken wij ons eigen brood, wat een dag per week in beslag neemt. Ik moet wel zeggen dat we hierdoor elke dag kunnen genieten van heerlijk versgebakken brood. En dat is echt wel een “bak”dag waard hoor.
Dan zijn er nog afspraken zoals tandarts, een bezoekje van een monteur en niet te vergeten… de gewone dagelijkse bezigheden die een huishouden met zich meebrengt. Jippie!

In Oktober zijn we met het gezin een dagje naar de Zaanse Schans geweest, waar ik niet eens de ruimte voor heb gehad om over te schrijven. Zo jammer, want het was echt wel een leuke dag! Ik baal dat ik opgeslokt wordt door al deze bezigheden en probeer tussen de bedrijven door kleine momentjes te vinden waarbij ik achter mijn laptop kan kruipen. Deze momentjes zijn schaars. Net zoals het moment waarop ik deze blog schrijf, schaars is.
Want niet alleen het schrijven van mijn boek loopt vertraging op, ook mijn blogjes blijven uit.
Dus áls het dan een keer wél lukt koester ik het. Gun ik mezelf om ervan te genieten en niet na te denken over alles wat buiten de bubbel van mijn laptop, op me wacht.
Ondanks dat ik niet schrijf, ben ik wel met mijn verhalen bezig. Zo zoek ik bijv. tijdens een kop koffie online wat dingen uit, zodat ik geen complete flater sla tijdens het schrijven. Ook luister ik liedjes terwijl ik het huishouden doe en schrijf de titels van alles wat mijn aandacht trekt op. En ik lees. Tijdens het koken kan ik bijvoorbeeld prima lezen en tegelijkertijd in een pan roeren.
Ik weet dat het tijdelijk is dat het niet lukt om aan mijn boek te werken. Dat er een moment komt dat de rust terugkeert en ik weer dagen achter elkaar met mijn vingers over het toetsenbord zal vliegen. Maar voor nu mis ik het. Ik mis de personages, ook al zijn ze nooit écht weg. Elke avond dwarrelen ze door mijn hoofd. Speelt hun leven zich in mijn gedachten verder af, terwijl ik in bed lig. Dan zucht ik en sluit mijn ogen en hoop ik dat het de volgende dag wel zal lukken om te schrijven. Één ding is wel duidelijk… Mijn dagen zijn te kort!