Wat een super leuke ervaring hebben Jeroen en ik gehad, met onze mini vakantie in een blokhut. Nou ja… blokhut. Maak daar maar blokhut-je van met zijn krappe 17m2 aan vloeroppervlakte. Toch was het van alle gemakken voorzien, dus perfect voor ons tweetjes.
We hadden echt een geweldige ligging. Boven op een heuvel en heerlijk beschut onder de bomen.
Ook waren we best nog verbaasd over hoe groot het hutje vanbinnen was, al kwamen we er al snel achter dat een goede indeling heel veel doet met een ruimte. Ik (van nature nogal een zeikerd als het om rommel gaat) dacht: Nou, dit gaat helemaal goedkomen. Zolang we de koffers niet uitpakken, houden we het wel netjes hier.

Fout! Na een uur leek die Pod (zoals de huisjes genoemd werden) wel een houten rommelschuur en kreeg ik het lichtelijk op m’n heupen.

‘Schat, kan je die elektrische wok van het aanrechtje halen en ergens dumpen?’ Want hé… wat moet ik in hemelsnaam met een elektrische wok? Ze moeten niet denken dat ik van plan ben een potje in elkaar te roerbakken. Manlief, die gelukkig snel door had dat ik de bibbers begon te krijgen van de troepjes, kwam omhoog van het bistrostoeltje om mij weer gelukkig te maken. Al snel was de wok in een of ander opberg vak geparkeerd en keerde bij mij de rust terug.

So far, so good.

Tijd om de buurt te verkennen. Tegenover ons park hadden we een bos zó groot, dat de herten nog zouden verdwalen als ze geen routekaart aan het begin van het bos hadden staan. Gelukkig heeft onze moderne technologie Google maps uitgevonden, dus dat moest goedkomen.

Volgende fout! Google maps is geweldig als je van de A4 naar de A12 ofzo wilt, maar niet zo geweldig als je in een bos op stap gaat. Nee, daarvoor zijn van die routepaaltjes uitgevonden. Veel handiger, alleen waren wij niet zo slim geweest om even op dat mega grote bord (dat dus aan het begin van het bos staat) te kijken welke afstanden bij al die kleurtjes horen! Na een half uur de rode route gevolgd te hebben, leek het ons niet slim om zonder routekaart verder te lopen.

En gelukkig maar! De route bleek namelijk 4,5 km lang te zijn en uiteraard niet over geplaveide weggetjes. Ik had mijn witte sneakers aan, dus ik denk dat mijn brein een volgende error gekregen zou hebben als we dit besluit niet genomen hadden.

Há! Eindelijk onze eerste goede beslissing.

De volgende dag hadden we alle tijd van de wereld en hebben we (als een heus ANWB-stel op wandelschoenen en met een bepakte rugzak) de rode route alsnog gelopen. Wat waren we blij dat we niet verder gegaan zijn op onze goede schoentjes. Maar de route was prachtig en al het zwoegen waard.

Die middag hebben we een tweede route gelopen. Even mooi, maar iets spannender…

‘Schat, kijk daar!’ Jeroen wees met zijn vinger richting een open stukje, achter wat bomen en struiken. ‘Daar loopt een zwijntje.’ Ik (zo blij als een klein kind in een snoepwinkel, omdat we eíndelijk een wild dier tegenkwamen) doorploegde met mijn telefoon in de aanslag, de struikjes om een filmpje te maken. Jeroen mompelde nog iets dat ik niet te dichtbij mocht komen, maar eigenwijs als ik dan ben, negeerde dat natuurlijk. Tot het moment dat ik mijn camera op het beest richtte ging alles goed. Ik drukte op start en kreeg de schrik van mijn leven, want het beest had me gezien en begon wild te snuiven. Wat bleek? Het was een mama met een stuk of vijf jonkies. Nog schijteriger dan de zwijnenbende zelf, rende ik alsof mijn leven er vanaf hing, terug naar het wandelpad. Natuurlijk zijn die beesten banger dan ik en rende ze de andere kant op. Toch is het me gelukt. Op een heel beweeglijk filmpje, rennen mama en de jongen heel kort door beeld. Yes! Trots als een pauw, wandelde we verder. Het viel ons op dat het heel rustig was en we bijna geen mensen tegen kwamen. Tot een bepaald moment.

Je kent dat wel. Je loopt op een onmogelijk stuk in het bos. Het zweet loopt over je rug richting het zuiden en je moet je ogen goed open houden op het stap-hink-sprong pad, om overeind te blijven. Je stapt tussen omhoogstekende boomwortels en springt over gaten die wilde dieren in het pad gewoeld hebben. De hele route is het heerlijk stil en kom je op wat wilde dieren na, niemand tegen.

Tót je besluit om de boomwortels te kussen. Uitgerekend op dát moment kijken twee dames (tien keer zo oud en tien keer zo fit als jijzelf), je recht in je giechel aan. Exact dát moment kies ík dus uit, om bijna… Ja echt bíjna, op mijn snufferd te gaan! Jeroen schrok zich een hoedje, de dames deden of ze niks gezien hadden (heilige boontjes, want het was overduidelijk dat ze me in rap tempo dichterbij zagen komen). En ik? Ik moest zo hard lachen, dat ik zowat in m’n broek pieste. Al met al is het uiteindelijk gelukt om ongeschonden de route uit te lopen. Geen botbreuken, één struikelmomentje, een paar blaren maar ook weer mooie herinneringen.

Je houd misschien ook van..

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

[instagram-feed]