Het is zover! De koffers zijn uitgepakt en de vakantie-was ligt weer fris gewassen in de kast. E.T. is terug naar zijn eigen planeet, wat betekend dat ik mijn vinger terug heb! Heel fijn, want van schrijven kwam natuurlijk geen klap terecht met dat gevaarte. Toch heb ik met de nodige zelfspot het helingsproces goed doorstaan.
Afgelopen week is er een röntgenfoto gemaakt en was er geen sprake meer van een breuk. Groen licht dus om die stijve vinger te gaan trainen, zodat hij weer volledig mee kan werken. Ik heb de afgelopen week dus flink wat zitten oefenen, om de stijfheid er weer uit te krijgen. En dat is gelukt! Oké… het is nog wat gevoelig, maar typen vormt niet langer een probleem.
Ik ben blij dat het goed gekomen is! Ik kan niet wachten om aankomende week weer flink wat schrijfmeters te maken. Het was een ware straf om niet achter de laptop te kunnen kruipen, wanneer er een geniaal idee voor mijn boek in mijn hoofd oppopte.
Je kent vast het gezegde: “Pas als je iets niet meer hebt, besef je wat je had”, wel?
Nou… ik ben weer even bewust van mijn schrijfvrijheid. Wat heb ik het gemist.
Nu besef ik pas hoe belangrijk schrijven voor mij is. Het hoort bij me. Dit is wie ik ben.
Toch bekijk ik deze drempel ook positief want:
a: Ik weet dat ik écht geniet van het schrijven en
b: Ik heb geleerd dat ik erg zuinig op mijn vingers moet zijn. Dus… lesje geleerd.
Maar genoeg over mijn vinger… Ik ben er dringend aan toe om me weer te gaan focussen op mijn verhaal. Waar ben ik gebleven maar vooral, hoe wil ik verder? Het heeft door al die omstandigheden en mijn vakantie natuurlijk een tijdje stil gelegen, dus ben ik eerst eens begonnen met het lezen van wat ik tot nu toe heb geschreven.

Over de eerste acht hoofdstukken ben ik eigenlijk wel tevreden. Pfieuw… Dat is stiekem wel een enorme opluchting. Het zal namelijk niet de eerste keer zijn, dat ik halverwege een verhaal besluit dat het he-le-maal anders moet.
Dat de complete tekst in de virtuele kliko beland en ik van voren af aan opnieuw begin. Nee… Dit verhaal klopt helemaal met wat ik in mijn hoofd heb. Wel heb ik een paar punten aangepast en zelfs… Oeps… één hoofdstuk verwijderd waarvan ik vond dat het niets toevoegde aan het verhaal. Maar hé… wat stelt één hoofdstuk nou helemaal voor? Het zijn tenslotte maar zeventien boekbladzijden, 6432 woorden en zo’n zeven uur achter de laptop die in de prullenbak beland zijn. Maar weet je? Dat hoort erbij. Daarbij heb ik nog 107 boekbladzijden die wel goedgekeurd zijn en dat is een mooi uitgangspunt om aan vast te houden. Een goede basis om op verder te borduren.
Dus op naar hoofdstuk 9!